In de tuin van ons ouderlijk huis stond een seringenboom die genadeloos gekapt werd toen nieuwe bewoners het huis betrokken. Zij hadden geen binding met de boom. Ze wisten niet dat mijn moeder het boompje ooit liefdevol geplant had. Dat hij elk jaar weer opnieuw in de maand mei bloeide en een overheerlijke geur verspreidde.
De alsmaar uitdijende boom was niet alleen fraai, maar bovendien nuttig en stelde ons jarenlang in staat mijn moeder met moederdag te overladen met de mooiste seringen. Gratis en voor niks.
Dat wisten de nieuwe bewoners allemaal niet. Ze kenden die verhalen niet. En daarom sneuvelde de boom die ons zo veel genot had verschaft.
Onbekend maakt onbemind.
Een Zeeuws veilinghuis bood een 19e eeuws anoniem werk aan. Het was een ijsgezicht waarop niet alleen schaatsers, maar ook handelaars, kolfbal-spelers, visverkopers en spelende kinderen te zien waren. Vooral de arrenslee, in het midden van de aquarel, voortgetrokken door een prachtig wit paard met rode versierselen op het hoofd, trok mijn aandacht. Wie het kunstwerk gemaakt had, was onbekend. Ik heb het gekocht.
De aquarel werd met een koerier bij mij aan huis bezorgd. Dat was althans de bedoeling, maar door de jaarlijkse paardenmarkt in ons dorp kon de bestelwagen slechts tot aan de dorpsrand komen. Daar wachtte ik de bezorger op en nam de ingelijste aquarel in ontvangst. Met kunst en vliegwerk (er loopt tijdens de paardenmarkt heel wat volk rond) wist ik het onbeschadigd thuis te krijgen.
De aquarel bleek een nauwgezette kopie te zijn van een werk van de 17e eeuwse schilder Avercamp. Deze ‘doofstomme’ kunstenaar was de eerste in Nederland die een ijsgezicht maakte. Op een paar punten week ‘mijn’ schilderij van het oorspronkelijke kunstwerk af: de menselijke figuren waren niet omlijnd, zoals op het schilderij van Avercamp, en een plassend mannetje was (uit kuisheidsoverwegingen wellicht?) niet afgebeeld. Opvallend was dat het witte paard op ‘mijn’ aquarel bij Avercamp juist bruin van kleur was. Bovendien was het dier bij hem minder uitgewerkt en, eerlijk is eerlijk, lang niet zo mooi. Het leek erop alsof de anonieme maker van mijn aquarel, anders dan Avercamp die een totaalbeeld van ‘ijspret’ wilde weergeven, vooral gefocust was op het paard. Was de rest bijzaak?
Ik wilde weten wie de aquarel gemaakt had en kon achterhalen dat het oorspronkelijke werk, dat van Avercamp dus, bewaard werd in de ’Staatliche Museen’ in Berlijn. Die hadden het in 1874 gekocht van een bijna failliete kunstverzamelaar, ene Barthold Suermondt uit Aken. Dat kreeg ik te horen van de conservator van het Duitse museum, Dr. Christie Melzer. Ik stuurde haar een afbeelding van mijn aquarel en ook zij constateerde een paar verschillen met het oorspronkelijke werk: “Uw aquarel is bonter van kleur, groter en vooral opvallend is dat het paard sterk afwijkt.” Alhoewel ze gespecialiseerd was in 19e eeuwse kunst kon ze me helaas niet vertellen wie de aquarel gemaakt had.
Daarom benaderde ik Willem de Winter, een gecertificeerd en beëdigd taxateur die ook regelmatig kunstwerken beoordeelt in het bekende tv-programma ‘kunst of kitsch’. Hij beantwoordde mijn mail binnen het uur: ”Het is zeker gemaakt in de 19e eeuw en door een zeer bedreven kunstenaar. Ik herken het ‘handschrift’, de manier van schilderen dus, van de maker helaas niet. Alhoewel de kwaliteit van het geheel mij wel doet denken aan het werk van Otto Eerelman.”
Otto Eerelman? Tot op dat moment kende ik die hele man niet. Maar dat zou veranderen, want al snel kwam ik aan de weet dat hij de beroemdste paardenschilder was van de 19e eeuw. Afkomstig uit een arm Gronings gezin (zijn vader was wolkammer en zijn moeder dienstmeid), wist hij na een opleiding aan de kunstacademie Minerva en aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen, grote roem te vergaren met zijn schilderijen van katten, honden en vooral paarden. Hij werd op een gegeven moment zelfs ‘hofschilder’ van koningin Emma die hem de opdracht gaf haar dochter, de opgroeiende kroonprinses Wilhelmina, in verschillende levensfasen te vereeuwigen. Maar altijd te paard. Hij maakte zo veel schilderijen van het kind dat critici van het koninklijk huis hem later de propaganda-schilder van de Oranjes noemde.
Over Otto Eerelman (1839-1926) valt veel te vertellen, maar dat doe ik niet. Relevant voor mijn verhaal is dat hij, op een gegeven moment, de opdracht kreeg een prestigieus schilderij voor de gemeente Groningen (zijn woonplaats) te schilderen. Dit werk, ‘De paardenkeuring op de Grote markt in Groningen’, wordt tegenwoordig de ‘Groningse Nachtwacht’ genoemd. Want net zoals Rembrandt, beeldt Eerelman op dit grote schilderij talrijke bekende notabelen af. Uit Groningen, dat wel. Maar het middelpunt van het schilderij is een wit paard, Tabor II genaamd. De Russische Orloff draver-hengst was, toen Eerelman het schilderij in 1920 voltooide, al lang dood. Maar kennelijk leefde het prachtige witte paard nog steeds voort in het collectief geheugen van menige Groninger.
Ik ontdekte niet alleen allerlei wetenswaardigheden over de schilder Otto Eerelman (en over het paard Tabor II), maar kwam ook aan de weet dat er een heuse Eerelman-expert rondloopt, iemand die zijn werk door en door kent en daarover een standaardwerk geschreven heeft. Ik besloot ook deze deskundige, de cultuurwetenschapper Dr. Harry Kraaij, een bericht te sturen met een afbeelding van mijn aquarel. Ook nu weer kreeg ik verrassend snel antwoord:
“Wat een leuke, rijk gestoffeerde historische tekening! Ik herken hierin de hand van Otto Eerelman. Ik dateer het werk in zijn vroege Groningse tijd, waarschijnlijk voor 1875.”
Ineens hangt er een schilderij met een verhaal in onze huiskamer. Het is niet zo maar een kopie, want de schilder heeft iets eigens toegevoegd aan het oorspronkelijke werk. Hij heeft Avercamps 17e eeuwse compositie gebruikt als entourage voor het fascinerende witte paard in het midden. En het zou me niks verbazen als dat paard Tabor II is, bij leven geschilderd.
In het Groningse stadhuis kun je de dode Tabor bewonderen. Bij ons thuis leeft Tabor nog.