Een schilderij van het vooroorlogse Amsterdam, gemaakt door Lois Kapr (1928-2007) die er het liefst met zijn schildersezel op uit trok als de stad onder een dikke sneeuwlaag bedolven lag. Het spel tussen licht en donker fascineerde hem mateloos.
Hier kijken we uit op de Herengracht, terwijl we op achtergrond de torenspitsen van de ‘Krijtberg’ (zoals de kerk in de volksmond genoemd wordt) boven de besneeuwde grachtenpanden zien uitrijzen.
Behalve de straatlantaarns, die in de 19e eeuw werden geplaatst, is het aanzicht van dit hoekje van Amsterdam in de afgelopen 350 jaar amper gewijzigd.
En de sneeuw verleent het straatbeeld een extra feeëriek en tijdloos karakter.
Hoe anders is dat in mijn geboorteplaats Heerlen. Die stad heeft in de loop der tijden enorme transformaties doorgemaakt. Van een Romeinse badplaats, ontwikkelde het zich tot een Middeleeuws landsfort, daarna werd Heerlen een plattelandsgemeente voor renteniers. Toen aan het eind van de 19e eeuw steenkolenlagen in de ondergrond ontdekt werden, transformeerde het vriendelijke dorp tot een echte industriestad. Hoe dan ook, Heerlen ziet er anno nu heel anders uit dan –pak hem beet- 1930 toen de mijnindustrie nog floreerde.
Amsterdam is een ander verhaal. De binnenstad ademt, zeker als het net gesneeuwd heeft, een eeuwige en vooral ook vreedzame sfeer. Uiterlijke schijn? Een paar jaar geleden sprak ik de gemeentesecretaris van Amsterdam. Hij had die functie daarvoor jarenlang in Rotterdam uitgeoefend en ik vroeg hem naar de verschillen tussen Amsterdam en Rotterdam.
Op een gegeven moment kwamen we over de oorlog te spreken en hij vertelde mij dat menig Amsterdammer het idee heeft dat de stad vrijwel ongeschonden de oorlog doorstaan heeft en dat Rotterdam veel zwaarder geleden heeft onder het geweld. De Rotterdamse binnenstad is immers door Hitlers Luftwaffe compleet van de kaart geveegd.
“Amsterdam staat inderdaad nog fier overeind en aan de stenen valt het niet af te lezen, maar de stad heeft minstens zo zwaar geleden als Rotterdam. Vergeet niet, voor de oorlog woonden er bijna 80.000 Joden in Amsterdam en misschien nog wel meer. Want ook veel Duitse Joden, op de vlucht voor de Nazi’s, zochten een veilig onderkomen in de hoofdstad. Na de oorlog was dat aantal gereduceerd tot hooguit 15.000 mensen. De helft van de Amsterdamse Joden was omgekomen in Auschwitz. Veel anderen in Sobibor, Mauthausen en Bergen-Belsen.”
De stad heeft het zwaar te verduren gehad, hoewel je dat niet aan de ‘ongeschonden’ huizen en stenen kunt aflezen. Dit vooroorlogse schilderij van Lois Kapr is gemaakt vanaf de Leidsegracht. Het is heel precies uitgewerkt. Kijk bijvoorbeeld eens naar de tientallen gordijnen die Kapr een-voor-een heeft uitgewerkt.
Laten we eens een kijkje achter de gordijnen nemen.
Op Leidsegracht nummer 14 woont, op het moment dat Lois Kapr dit werk schildert, het Joodse gezin Van der Hoop. Dolly is een gediplomeerd pianolerares, haar vader Eduard is huidarts. Dolly heeft twee zusters, Ella Ida (die op 19 november 1943 in Auschwitz om het leven zal komen) en Molly die samen met Dolly op een onderduikadres de oorlog overleeft. Nummer 66 huisvest Jacques Sylvain Morpurgo, van beroep kantoorbediende, die eveneens in 1943 in Auschwitz zal worden vermoord. Hij is dan 31 jaar oud. Op de Leidsegracht 102 is de azijnmakerij Tack gevestigd die koosjere azijn voor pesach levert, uiteraard onder toezicht van het rabbinaat. En op nummer 96 wonen en leven Sem en Maria Nijkerk met hun vier kinderen. Twee van hen, Mary en Salomon, zullen sterven in concentratiekamp Auschwitz. Mary is dan net 18 jaar geworden en Salomon 16.