
De hemel kleurt rood. Op veel van zijn schilderijen lijkt het alsof de voorbijgaande dag en de aankomende nacht in een bloederig duel verwikkeld zijn. De Duitse kunstenaar Günter König (1926-2007) was vooral door de zonsondergang gefascineerd, want vaak schilderde König winterse taferelen bij het vallen van de avond, met liefst veel tegenlicht van een tegensputterende zon.
Hij wordt door velen geprezen om zijn unieke stijl en verbeeldingskracht. Maar hoe ‘origineel’ is König eigenlijk?
In onze tijd bestaat er een obsessie met dit woord. Waarbij ‘originaliteit’ niet zozeer wordt gezien als ‘oorspronkelijk’, maar als ‘afwijkend’ van wat anderen maken of doen. Je bent pas origineel (of uniek) als je anders bent dan anderen. Maar is het niet zo, dat originele mensen verbonden zijn met anderen en juist daardoor tot grote hoogten kunnen stijgen?
Dat ze dankzij anderen zichzelf zijn?
Neem nou Günter König. Hij werd in 1926 geboren in Giessen, een stad in de Duitse deelstaat Hessen. Als kind verhuisde hij met zijn ouders eerst naar het Westerwald en daarna naar Nederland waar hij de middelbare school voltooide. Vervolgens wilde hij zich inschrijven voor een kunstopleiding. De Tweede Wereldoorlog gooide echter roet in het eten. Duitsland verloor die oorlog en Duitsers waren ‘personae non grata’ in Nederland. Samen met zijn familie moest hij naar Duitsland verkassen.
Inmiddels had hij als 15-jarige in Holland wel de onvergetelijk strenge winter van 1942 meegemaakt. Overal lag sneeuw en alle vaarten en rivieren waren bevroren. De jongen zal destijds diep onder de indruk zijn geweest van de oer-Hollandse wintertaferelen die zich voor zijn ogen afspeelden. Hij zag schaatsers zwieren over het ijs, koek en kopie-tenten waar mensen zich opwarmden bij een vuurtje… beelden die zich vasthechtten in zijn geheugen en die we in zijn latere werk steeds weer terugzien.
In Duitsland volgde hij schilderlessen aan de befaamde Düsseldorfer Schule, een kunstacademie die vanouds sterk georiënteerd was op de Hollandse meesters uit de 17e en 19e eeuw. Ooit reisden veel studenten van deze academie naar Nederland om daar in de musea de werken van Ruisdael, Hobbema, maar ook Schelfhout en Koekkoek te bewonderen. En veel Nederlandse kunstenaars kwamen op hun beurt speciaal naar Düsseldorf om zich verder te bekwamen in het vak.
Als men Günter König, later in zijn leven, de vraag stelde door welke kunstenaars hij het meest beïnvloed was, noemde hij steevast de Noorse schilder Ludvig Munthe, de Fransman Monet, de Duitse impressionist Liebermann en de eigenzinnige natuurschilder Otto Modersohn. Eén voor één leergierige schilders die veel reisden en omgang hadden met talrijke collega-kunstenaars. Kortom, mensen met een enorme internationale oriëntatie die een heel eigen, oorspronkelijk stempel gedrukt hebben op de ontwikkeling van de schilderkunst.
Zo iemand wilde König ook zijn: geïnspireerd door zijn vakgenoten, maar geen klakkeloze navolger. Iemand dus, die zijn fascinatie voor de tijdloze schoonheid van de natuur, wilde delen met anderen. Die zich ook zelf zag als een doorgeefluik.
Een heel oorspronkelijke, dat wel.
Naschrift:
Hieronder schilderijen van de meesters die hem beïnvloed hebben. Van links naar rechts werken van: Munthe, Monet, Liebermann en Otto Modersohn.
