Het operahuis van Sidney, het Guggenheim in Bilbao, de Eiffeltoren in Parijs of de Big Ben in Londen. Het zijn stuk voor stuk wereldberoemde en vooral ook grootse bouwwerken die op talrijke foto’s en schilderijen vereeuwigd zijn.
Er zijn ook kleinere ‘landmarks’ die grote aantrekkingskracht uitoefenen op reizigers en kunstenaars. Neem de Magere Brug in Amsterdam. Je kunt de brug niet zien of je denkt aan Vincent van Gogh, die het bouwsel ooit een iconische status heeft bezorgd. En nog steeds zijn er schilders die de ophaalbrug een plek in hun oeuvre willen geven.
Niet alleen op mondiaal, maar ook op regionaal niveau bestaan er iconische plekken, die als een magneet op kunstenaars werken. Zo oefende landgoed Rustenburg, en dan vooral het bruggetje en de statige toegangspoort naar het landhuis een enorme aantrekkingskracht uit op kunstenaars in en rond Den Haag.
Rustenburg was in de 19e eeuw koninklijk bezit. Willem II had fantastische plannen en wilde er een gigantisch paleis bouwen, maar zijn wilde dromen kwamen niet uit vanwege chronisch geldgebrek. Na de dood van de vorst bleef zijn weduwe, de Russische tsarendochter Anna Paulowna, jarenlang op het landgoed wonen.
Mogelijk was Johannes Franciscus Hoppenbrouwers (1819-1866) degene die als eerste op het idee kwam de brug en de toegangspoort te schilderen. Of was het zijn leermeester Schelfhout? Van hem is een wintergezicht bekend, waarop we in de verte het bruggetje waarnemen.
Hoe dan ook, in hun voetsporen traden, voor zover ik weet, Louis Apol, Cornelis Kimmel, Ben Viegers, Jan Wingen, Dick Douwe Groen, Adrianus Kuypers, Johannes Verheul, Willem Adrianus Grondhout en Johan Scherft. De brug is dus door romantici van de klassieke Hollandse School, maar ook door impressionisten en vervolgens expressionisten geschilderd. De kunststromingen die daarop volgden, moesten het zonder de markante brug doen. Want precies honderd jaar geleden, in 1924, werden de brug en de toegangspoort gesloopt, vanwege uitbreidingsplannen van de gemeente Den Haag. Maar voor het zo ver was, hadden talrijke kunstenaars het feeërieke tafereel al op doek of op papier vereeuwigd. Waardoor de icoon, althans in het collectief geheugen, behouden bleef.