Het was de heetste zomer sinds mensenheugenis, de zomer van 1947. Maar ook de winter was onvergetelijk. Talloze rivieren, het IJsselmeer en zelfs delen van de Noordzee waren bevroren. In Groot-Brittannië moesten Duitse krijgsgevangenen sneeuw ruimen. Er zijn foto’s bewaard gebleven met daarop nietige, dik ingepakte mannen met sneeuwruimers, scheppen en bezems die temidden van gierende sneeuwstormen dwangarbeid verrichten. Alsof ze de hel van het oostfront opnieuw beleefden
Op 8 februari 1947 werd in Friesland de beroemde ‘Elfstedentocht’ verreden.
En in diezelfde maand ging een schilder op pad om de strenge winter voor altijd in kleuren vast te leggen. Alhoewel: hij gebruikte vooral veel witte verf. “Febr. 1947” staat rechtsonder het schilderij. De naam van de schilder is praktisch onleesbaar. Waren zijn vingers zo gevoelloos dat hij zijn naam niet meer goed kon schrijven?
Hoe dan ook, ik heb ettelijke keren geprobeerd het gekriebel, want dat is, te ontcijferen. En uiteindelijk ben ik bij naam ‘Caty’ uitgekomen. Maar ik hoop dat ik me vergis. Ik had liever een andere naam ontdekt.
René Caty (1912) was een verdienstelijke Vlaamse schilder, daar niet van. Hij heeft heel wat mooie werken op zijn naam staan, vooral stillevens met bloemenvazen. Niks mis mee, zou je zeggen. Maar in een oude krant ontdekte ik dit artikel:
“De Brusselse politie heeft de 58-jarige Belgische kunstschilder René Caty aangehouden die er van verdacht wordt dat hij in een jaar tijd ongeveer vijftig schilderijen gemaakt heeft op naam van Louis Thevenet en Valerius de Saedeleer, twee beroemde Belgische schilders.” Die namaak-schilderijen werden duur verkocht. En zo streek Caty, samen met een andere zwendelaar (die gespecialiseerd was in het vervalsen van handschriften van schilders) 70.000 gulden op.
Het tweetal werd opgepakt en kwam, zoals dat in de volkstaal heet, van een koude kermis thuis.