De meeste schilders leren het vak van een oudere leermeester die ze inwijdt in het vak. Zo ging het niet bij Leo Pors (1952): “Het was 1984 toen onze kinderen met Sinterklaas een verfsetje kregen. Zo’n blikken doosje met van die blokjes waterverf erin. Op een regenachtige zondagmiddag vroegen de kinderen me of ik ze wilde helpen met schilderen. Ik dacht, verhip, wat is dit leuk.”
Tegenwoordig oogst hij, vooral met zijn stillevens, grote waardering. De Rotterdammer is een harde werker. Sinds hij vijf jaar geleden full time schilder werd, werkt hij dagelijks aan vijf tot zes schilderijen tegelijk. “Er zijn ook dagen dat het niet lukt. Dan ga ik wat anders doen, zoals panelen voorbereiden of composities samenstellen. Die compositie is van groot belang. Het oog moet als het ware rondgeleid worden over het schilderij.”
Leo Pors heeft nooit les gehad op een kunstacademie. Hij is, wat je noemt, een echte autodidact die zich met vallen en opstaan het schildersvak eigen maakte.
Dit winterlandschap dateert waarschijnlijk uit een vroege periode, toen hij werkte in de stijl van de Haagse School. In de afgelopen jaren heeft hij zich steeds meer toegelegd op het schilderen van stillevens. Ze zijn subliem. Dat heeft zo zijn nadelen. Zo werd Leo op een ochtend door een koper van een stilleven werd gebeld. Die kwam verhaal halen. Hij vond dat er een beschadiging op het paneel zat. Het bleek een misverstand te zijn. Leo had – tè perfect- een beschadigde muur op de achtergrond van het stilleven geschilderd.