Radi Nedelchev was vijftien toen hij ruzie kreeg met zijn vader. De man was houthakker en ergerde zich al lange tijd aan zijn zoon die, als het maar even kon, zat te tekenen. Onophoudelijk en bijna manisch. Radi had zowat alle woningen, huifkarren, paarden, koeien en mensen van het hele dorp getekend. Zijn vader wilde er een eind aan maken.
Maar zijn passie was zo groot dat Radi het plattelandsdorp ontvluchtte. Hij vertrok naar de grote stad waar hij met kunst en vliegwerk probeerde te overleven. Dat ging maar net.
Na zijn diensttijd werd hij toegelaten tot de kunstacademie en samen met een goede vriend, Marko Monev, deelde hij een atelier. In 1963 besloot het tweetal samen een reis te maken door de landelijke en afgelegen gebieden van Bulgarije. Beiden beseften dat, door de communistische collectivisatie-politiek van de jaren ’60, de oude tradities en feesten van de boerenbevolking op het platteland dreigden te verdwijnen.
Ze wilden de laatste restanten van de oude cultuur vastleggen en, wie weet, zelfs doorgeven aan een volgende generatie. Radi was weliswaar een geoefend schilder, maar hij koos er bewust voor niet de modetrends van zijn eigen tijd te volgen, maar juist ‘ongekunsteld’ werk te maken. Kleurrijke schilderijen die ook de plattelandsbewoners, die hij op het doek vereeuwigde, zouden waarderen.
Radi had het zelf niet zien aankomen, maar in het begin van de jaren ’70 werd zijns werk, met name in het Westen, plotseling razend populair. Zijn naïeve schilderijen, waarop hij in sprekende kleuren landschappen, dorpsfeesten, optochten vastlegde, ademen een aanstekelijk optimisme uit. Er werden zowaar tentoonstellingen te zijner ere georganiseerd in Genève, Parijs, Montreal, Washington, Athene, München en Tokio. Omdat hij, ondanks aansporingen vanuit het Westen om uit Bulgarije te vertrekken, zijn vaderland trouw bleef, kreeg hij de hoogst denkbare Bulgaarse onderscheiding: de Orde van Cyril en Methodius 1ste Klas.
Radi is dood, hij is in april 2022 op 84-jarige leeftijd gestorven. Ik moet tot mijn schande bekennen dat hij pas recent voor mij is gaan leven. Pas sinds gisteren kan ik dit verhaal vertellen.
Ik schaam me.
Waarom? Boven op onze zolder bewaar ik al tijden schilderijen die ik eigenlijk liever kwijt dan rijk ben. Het zijn eigenlijk ‘miskopen’, aankopen dus waarvan ik achteraf berouw heb.
Voor de gein ging ik gisteren met Google Lens aan de gang. Je sleept een bestand, een afbeelding van een schilderij bijvoorbeeld, naar het zoekscherm van Google, en vervolgens zoekt Google allerlei verwante plaatjes. Dat deed ik dus met de afbeelding van één van de schilderijen op zolder, een schilderij waarop een voor mij onleesbare handtekening staat.
Google deed een bijzondere ontdekking: ik blijk een heuse Radi Nedelchev (1938-2022) in mijn bezit te hebben.
Gelijk daarna ben ik gaan uitzoeken wie de man is en zo stuitte ik op een foto van de kunstenaar, een bebaarde man, prototype Kerstman, met een optimistische uitstraling. Hoe zou deze goedaardige man het vinden als hij zou weten (wat ik sinds gisteren weet) dat de Krupp Foundation (van de erven van de veroordeelde oorlogsmisdadiger Alfried Krupp) en Li Peng (de man die de studentenopstand in Beijing in bloed liet smoren) schilderijen van zijn hand bezitten? En dat er bij mij op zolder jarenlang een van zijn schilderijen lag te verpieteren?
Naschrift:
Verhalen kunnen geen recht doen aan een schilderij, en zeker niet aan dit schilderij. Gedichten komen dichter in de buurt. Zoals dit gedicht, vertaald uit het Bulgaars, geschreven door Valentina Karadjova:
Er zijn kunstenaars die de werkelijkheid nabootsen,
Ze imiteren de natuur.
Er zijn ook kunstenaars die een eigen wereld creëren,
Ze imiteren God.
Dat doet Radi Nedelchev.
Niemand kan zijn wereld met een andere verwarren.
Ik hou van zijn wereld,
Met licht dat van binnenuit stroomt,
Bewoond door goede mensen en goedmoedige dieren,
Natuurlijk met bomen en sneeuw.
Ik weet niet of deze heldere wereld
Een laatste weerspiegeling is van een verre en
Onherstelbare herinnering,
Of van een nog ver verwijderde en misschien
Onbereikbare droom.
Ik weet het niet, maar zijn wereld is anders dan
De onze van het hier en nu:
Een wereld vervuld van haat, boosaardigheid, van
Gewetenloze ambities en intriges
Van meedogenloze strijd om geld en macht.
Ik wil ontsnappen
Aan deze aardse hel.
Artiest, laat me in jouw wereld leven.
Ik ben al verward over wie de vijand is en wie de broer.
Kunstenaar,
Laat me in jouw wereld leven
Om mezelf niet te verliezen in
Deze maskerade.
Kunstenaar,
Laat me leven in jouw wereld.
