Johannes Gijsbert Vogel (1828-1915) kon niet alleen goed schilderen, hij was ook welbespraakt. Dankzij hem werd de Nederlandse deelname aan de Wereldtentoonstelling in Wenen, in 1873, een groot succes. Door zijn toedoen kreeg de Nederlandse delegatie de mooiste locaties in Wenen toegewezen. Op innemende wijze had hij de Oostenrijkse organisatoren ingepalmd. Die hadden de Nederlanders in eerste instantie als tweederangsnatie behandeld en gebruuskeerd met aftandse en tweederangs expositieruimtes.
De charmeur Vogel wist het tij te keren.
Onze toenmalige vorst, koning Willem III, was hem zo dankbaar dat hij Vogel beloonde met ‘het Officierskruis van de Gouden Leeuw van Nassau’. Bovendien nodigde koning Willem III de schilder uit hem enige tijd in zijn vakantieverblijf ‘Clarens’ aan het Meer van Genève te vergezellen.
Johannes Gijsbert Vogel nam die uitnodiging gretig aan en vertelde daar achteraf over dat “Koning Willem de gastvrijheid in haar grootste volkomenheid en kieschheid wist toe te passen.” Verder vernemen we dat Vogel “de fijnste beleefdheden ten deel vielen”. Na een verblijf van enige weken verzocht de koning hem zelfs, tijdens een diner, mee te gaan op reis naar Italië. Vogel gaf in eerste instantie een ontwijkend antwoord. “Maar de koning dringt aan, verzekert dat zijn gast hem een groot genoegen zal doen door ’t aanbod aan te nemen, en de invité, tegen zulk een mild aanhouden niet bestand, zwicht tenslotte.” De charmeur Vogel, zo lijkt het, wordt op zijn beurt ingepakt door de hoffelijke Koning Willem III die “tot het laatste oogenblik zoo echt vorstelijk-vriendelijk is gebleven.”
Zwitserse politie-rapporten uit die tijd spreken in andere bewoordingen over het gedrag van de verre voorvader van onze huidige koning Willem-Alexander.
In de villa Clarens, aan het Meer van Genève, werd Willem III herhaaldelijk op zijn balkon waargenomen in een opengevallen jas, waaronder hij verder geen kleding droeg. Passagiers op passerende stoomboten hadden vrij zicht op zijn intieme delen. Verder zwom de koning herhaaldelijk in adamskostuum in het meer, waarbij hij zich wederom door bootpassagiers liet bewonderen. Toen hij hiervoor voor de Zwitserse rechtbank gedaagd werd, beriep hij zich op zijn onschendbaarheid als koning. Willem III, berucht vanwege zijn woede-aanvallen, schijnt zelfs de Nederlandse Minister van Oorlog gevraagd te hebben een kanonneerboot naar Genève te sturen.
Of Vogel van deze escapades wist? Hij zweeg als het graf. Overladen met ridderordes, zoals de Frans Jozef-Orde, de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van de Gouden Leeuw van Nassau, stierf Johannes Gijsbert Vogel in 1915 op 86-jarige leeftijd in Velp.
Naschrift:
Met het heengaan van Vogel, stierf een van de laatste vertegenwoordigers van wat we de19e eeuwse ‘Hollandse School’ noemen. Vogel had het schildersvak geleerd bij niemand anders dan de befaamde romanticus Andreas Schelfhout en hij bleef zijn leven lang trouw in die stijl schilderen. In zijn nadagen, rond de eeuwwisseling, exposeerde hij in de Kunstzaal in Den Haag zijn oeuvre en het is boeiend de recensie van de kunstcriticus Antonie Cornelis Loffelt, die de tentoonstelling bezocht, in het ‘Nieuws van den Dag’ erop na te slaan. Als hij Johannes Gijsbert Vogel introduceert heeft hij het over “deze vroeger gerenommeerde schilder” en “een ijverige man”. Over zijn schilderijen zegt hij dat zij van zijn “eenmaal gewaardeerde talent getuigen”. Waar is het volgens hem misgegaan met Vogel? We lezen: “De tijden en de smaken veranderen en… Vogel is geen impressionist geworden.” Het artikel van de kunstcriticus sluit af met: “Vooral zij die belang stellen in de ontwikkelingsgeschiedenis der kunst en het streven eener vroegere richting, die zeer zeker haar reden van bestaan en haar eigen aantrekkelijkheid had, kunnen op deze tentoonstelling aangename oogenblikken doorbrengen.”

