In eerste instantie was ik van het schilderij gecharmeerd. De vlotte penseelstreken en het expressief kleurgebruik lieten zien dat hier een vaardige hand aan het werk was geweest.
Er waren meer mensen van zijn schilderijen gecharmeerd. Toen ik me, na de aankoop, ietsje meer verdiepte in de achtergrond van de maker, las ik dat de kunstenaar, Jan Kelderman (1914-1990) geheten, “momenteel steeds geliefder wordt bij verzamelaars”.
“Jan”, zo las ik, “was een vrolijk, gezellig mens, met een optimistische kijk op het leven en altijd in de weer met zijn schilderijen.”
Zo’n kunstwerk heb ik graag aan de muur hangen, dacht ik direct. Ik word namelijk altijd vrolijk van optimisten. Maar in andere artikelen en verhalen over de man, kwam beetje bij beetje een ander beeld naar voren. Zo vernam ik, dat Jan Kelderman erom bekend stond, dat hij nogal veel werken produceerde. Erger nog: hij flanste het ene na het andere schilderij in elkaar.
Met kennelijk maar één doel voor ogen: geld verdienen.
Dat drukte wat mij betreft de pret, omdat ik vind dat kunst eigenlijk een hoger doel dient. Het werd nog erger toen ik las, dat de schilder in een eerdere fase van zijn leven een marktkoopman was. En toen hij zijn roeping ontdekte, ging hij frequent met zijn schilderijen de hort op. Hij bracht ze letterlijk aan de man door met zijn Volvo industrieterreinen af te rijden, willekeurige bedrijven binnen te vallen, in directiekamers door te dringen om daar (de schilderijen met prijskaartjes en al uitgestald op tafel) directeuren en bedrijfsleiders zijn ‘marktwaar’ op te dringen. Hij deed dat met handige verkooppraatjes. Hij vertelde zijn ‘klanten’ bijvoorbeeld dat ze het eerste schilderij voor de volle, en de daarop volgende voor de halve prijs konden kopen.
Het is trouwens de vraag of hij zijn eigen werken verkocht. Want toen ik me (nog) verder in ’s mans leven verdiepte, kwam ik te weten dat hij talrijke ongesigneerde en dus anonieme schilderijtjes op markten opkocht, om daar vervolgens zijn eigen naam onder te zetten!
Vandaar dat er mogelijk duizenden werken van Jan Kelderman (of beter: met zijn signatuur) in menige Nederlandse of buitenlandse huiskamer hangen.En in directiekamers en bedrijfskantines.
Bij mij thuis inmiddels niet meer, want ik heb hem verhangen. Dat deed ik, toen er nog iets ernstigers aan het licht kwam. De man flanste niet alleen in sneltreinvaart schilderijen in elkaar, of plaatste onder het werk van anderen zijn naam, nee: hij liet zelfs schilderijtjes in massaproductie vervaardigen door een bevriende vervalser.
Die vervalser was trouwens de vriendelijkheid zelve. Ook al zo’n vrolijke rasoptimist dus! Hij was bovendien, op zijn manier, goudeerlijk. Als hij een schilderij van een grote meester had nagebootst, zette hij er nooit een (vervalste) handtekening onder. Dat deden de vele kunsthandelaren die bij hem over de vloer kwamen zelf wel. Op die manier zijn heel wat ‘Breitners’ in Amerika beland, waar ze gretig werden afgenomen door nietsvermoedende kunstliefhebbers.
Frese heette de vervalser en vriend van Kelderman trouwens en er zijn kunstkenners die het artistieke vermogen van Frese bijzonder hoog inschatten. Je maakt niet zomaar een Breitner op een achternamiddag namelijk. Experts beweren zelfs dat de meester-vervalser eigenlijk een topkunstenaar was die zich helaas met verkeerde dingen bezig hield. En voor verkeerde karretjes liet spannen.
Ik lees dit juist en nu krab ik mij weer achter de oren. Heb ik dan mogelijk toch een topwerk te pakken? Een werk van de geniale Frese, ondertekend door marktkoopman Kelderman? Ik bekijk het schilderij nog eens in alle rust. Misschien verdient dit kunstwerkje, met zijn vlotte penseelstreken en verrassend expressief kleurgebruik, toch een ereplaats in ons huis?
Mooi niet.