Louis Wilhelm Bernhard Eckermann (1879-1915) schilderde dit winterlandschap in de stijl van de befaamde Düsseldorfer Schule, een Duitse Kunstacademie waar menig docent zich liet inspireren door de Hollandse meesters uit de 17e eeuw.
Eckermann heeft maar een klein oeuvre nagelaten. Er is weinig over hem bekend. Wel, dat hij in 1906 met Henriette Maria van den Berg trouwde, een jonge vrouw uit Zandvoort.
Dit schilderij is in de omgeving van Zandvoort gemaakt, in januari of februari 1911. Het vakwerkhuis, links op de voorgrond, doet zonder meer Duits aan. Misschien heeft Eckermann een stukje van zijn Heimat in het Hollands landschap willen reconstrueren?
Duidelijk is dat de dooi is ingetreden. Op de daken van de huizen is de sneeuw naar de dakrand gegleden en op het weggetje , waar een eenzame ziel loopt, ligt een boel ‘pratsj’ (een prachtig Limburgs woord waarmee ‘blubber’ wordt aanduid).
Het schilderen zat hem mogelijk in zijn bloed. Zijn opa Karl was een vermaarde kunstschilder en een andere (verre) voorvader had ook talent voor schilderen. Uiteindelijk vergaarde deze man echter roem op een ander vlak. Hij interviewde Goethe in de nadagen van zijn leven en schreef op grond daarvan ‘Gespräche mit Goethe in den letzten Jahren seines Lebens’. Volgens de Nederlandse bibliofiel Boudewijn Büch was dit het mooiste interviewboek dat hij kende. En Friedrich Nietzsche zei dat het überhaupt het beste Duitse boek was dat er bestond.