Nergens is een signatuur te vinden. Wie het schilderij gemaakt heeft, is dus volstrekt onduidelijk. Het op dit doek afgebeelde kasteel biedt wel enig houvast en maakt duidelijk wie precies de inspiratiebron is van de kunstenaar. Want exact dezelfde waterburcht zien we op ettelijke werken van de 19e eeuwse romanticus Barend Cornelis Koekkoek (1803-1862), die in zijn tijd zó vermaard was dat men hem ‘de prins der landschapsschilders’ noemde.
Het waren Koekkoek en Schelfhout die de Hollandse schilderkunst in de 19e eeuw op de kaart zetten met een oeuvre dat uniek in de wereld genoemd mag worden. Hun winterlandschappen zijn fenomenaal en hebben niet alleen in de hoogtijdagen van de Romantiek in de 19e eeuw, maar tot onze tijd toe grote invloed gehad op de schilderkunst.
Aanvankelijk werden beiden, door de kunstminnende elite, op handen gedragen, maar met de opkomst van het impressionisme halverwege de 19e eeuw, verbleekte hun glorie.
In zijn standaardwerk over de Hollandse schilderkunst in de negentiende eeuw noemde de kunsthistoricus G. H. Marius de werken van Koekkoek in 1903 hopeloos verouderd en uit de mode. Die minachting hield lang stand. Nog in 1962 schreef een kunstrecensent in het Handelsblad dat de “landschapsschilderkunst van Koekkoek de motieven en het métier van onze zeventiende eeuwse kunstenaars overnam, zonder echter de geest, de ziel en het frisse ervan te kunnen evenaren.” In hetzelfde artikel wordt Koekkoek “bij leven mateloos overschat” genoemd.
Ondergronds, dus buiten de officiële ‘kunstkanalen’ om, bleven de werken van de 19e eeuwse romantici onder de bevolking populair en menig kunstenaar inspireren. En bleven zij kunstwerken in de trant van Koekkoek en Schelfhout maken.
Inmiddels is ook de officiële kunstwereld weer om. Niet in de laatste plaats omdat er op gerenommeerde kunstveilingen en -manifestaties gigantische prijzen voor ‘Koekkoeks’ worden betaald. In 2006 gingen twee van zijn werken voor meer dan 1 miljoen euro over de toonbank.