In de Britse stad Leicester woont een grote, oorspronkelijk uit India afkomstige gemeenschap. Ik ging er naartoe om het jaarlijkse Diwali-feest van de Hindoes mee te maken, een spectaculaire gebeurtenis waarbij de straten van de stad feestelijk met kleurrijke lichtjes worden versierd.
Het hotel aan de Belgrave Road, midden in de Aziatische wijk, werd door een Indiase familie gerund. Er hing een merkwaardige sfeer. Vooral de ontbijtzaal, met grote muurschilderingen van gotische kerken, droeg daaraan bij. Want de afgebeelde bouwwerken leken zowel op de kerken zoals wij die kennen én tegelijkertijd op Hindoe-tempels. Die mengvorm van stijlen was spectaculair. Pas later realiseerde ik me dat ik door de ogen van een Indiër naar ‘onze’ cultuurschatten had zitten kijken.
Dit winterschilderij oogt ook tegelijkertijd vertrouwd én exotisch. Het is typisch Hollands en toch… er klopt iets niet. Neem nou de molen, die is niet alleen verhoudingsgewijs te klein, maar staat bovendien – heel onpraktisch – in de windschaduw van de hoge bomen rechts. Op veruit de slechtste plek om een windmolen neer te zetten dus. Ook de dennenbomen op de achtergrond ‘verpesten’ in hoge mate de typisch Hollandse sfeer, laat staan de slecht onderhouden knotwilgen links. En dan heb ik het niet eens over het vakwerkhuis rechts dat een ‘typisch’ Hollands landschap regelrecht verprutst.
Maar juist die ‘miskleunen’ zijn charmant en geven je een idee over de herkomst van het schilderij. Ze brengen ons onmiskenbaar naar Duitsland. Want kennelijk is het schilderij daar gemaakt, vermoedelijk door een student van de befaamde ‘Düsseldorfer Schule’. Deze kunstacademie liet zich sterk door de Nederlandse schilderkunst uit de 17e eeuw inspireren. Veel aankomende kunstenaars, die hier rond 1850 werden opgeleid, togen naar Nederland om daar in musea de werken van Ruisdael en Hobbema te bestuderen. Vaak maakten ze daarnaast schetsen van landschappen in het duingebied of op het platteland die ze, thuis aangekomen, verwerkten in hun schilderijen.
En zo belandden deze ‘Hollandse’ winterlandschappen in menige Duitse huiskamer. Kundig op smaak gebracht en daardoor goed verteerbaar voor de Duitse markt.
Naschrift:
Het vermoeden dat het hier om een schilderij van niet-Nederlandse oorsprong gaat, blijkt gegrond te zijn. Of laat ik het preciezer zeggen: het is nu duidelijk dat degene die dit kunstwerk heeft geschilderd (en zich verbergt achter de signatuur “P.J.W.“) het in navolging van de Duits-Russische kunstenaar Albert Bredow (1828-1899) gemaakt heeft. Op de winterlandschappen van Bredow zien we vaak bonkige boompartijen, windmolens, bevroren sloten en mensen die met hout slepen, al dan niet geladen op karren. Hij was met name gespecialiseerd in atmosferische decors en dat is niet zo raar want Bredow was, behalve schilder, ook een befaamde decorontwerper. Hij verdiende met name zijn sporen in Rusland, eerst bij het Theater van Moskou en daarna bij dat van Sint-Petersburg. Fameus zijn de decors die hij ontwierp voor optredens van het het Bolshoi Theater In Rusland, maar hij maakte ook theaterdecors voor toneel- en operavoorstellingen. In het Bakhrushin Theatermuseum in Moskou worden talrijke decor-ontwerpen van zijn hand tentoongesteld.