
Winterschilderijen boeien me al sinds mijn jeugd. Nu ik ze ben gaan verzamelen, betreed ik een nieuwe wereld. Een universum met eigen spelregels.
Ik kom in contact met verzamelaars. En met de ‘officiële kunstwereld’, die sterk de prijs van schilderijen benadrukt. ‘Prijs’ is een zeer modegevoelig criterium en menigmaal hangt die prijs af van de ‘smaakvoorkeuren’ van schatrijke oligarchen. Kunst is voor hen vooral een handige investering. En ze kunnen er mooi sier mee maken in de ‘beau monde’. En betalen grif zes miljoen voor een banaan die met een plakstrip aan de muur is bevestigd.
Ik verzamel op een andere grond en zoek vooral naar de ‘waarde’ van een kunstwerk, de verhalen erachter. Maar op mijn zoektocht word ik vaak gehinderd door die prijs-focus van de officiële kunstwereld. De meeste informatie die je over een schilder of schilderij kunt achterhalen, gaat voornamelijk over veilingprijzen e.d.
Aanvankelijk was ik vooral gefascineerd door Vlaamse sneeuwlandschappen, veelal gemaakt in de zachtgolvende Vlaamse Ardennen, die me doen denken aan mijn Limburgse geboortegrond. Maar gaandeweg raakte ik steeds meer in de ban van Hollandse ijsgezichten uit de Romantiek. Bevroren vaarten met her en der een eenzame schaatser, besneeuwde molens langs de waterkant, knotwilgen onder een dreigende wolkenhemel…
Wat mij intrigeert is waarom veel ‘kunstkenners’ zo afgeven op de 19e eeuwse romantici van de Hollandse School die dit soort prachtwerk vervaardigden. Koekkoek, Schelfhout, Leickert, Kruseman, Hoppenbrouwers etc. worden vaak afgeschilderd als zielige kopiisten van de 17e eeuwse grootmeesters. Als nalopers, die gelukkig vanaf 1860 verdrongen werden door de nieuwlichters, de impressionisten van de Haagse en daarna Amsterdamse School. Schilders als Mesdag en Breitner dus die in contact stonden met de internationale kunstwereld. Met de ‘beau monde’.
Wat ik bijzonder vind aan de oer-Hollandse schilders Schelfhout, Koekkoek en andere 19e eeuwse romantici is dat ze inderdaad aansluiting zochten bij hun 17e eeuwse voorgangers. Juist daardoor (haast per ongeluk – de 17e eeuwse schilders beeldden vaak ‘gewone mensen’ af) namen ze afstand van de hoogdravende, op het Franse hof elitaire gebaseerde kunst van de 18e eeuw. Niet alleen toonden Koekkoek c.s. ‘gewone mensen’, ze benadrukten vooral het archetype door mensen vanaf de achterzijde af te beelden. Onpersoonlijk, zonder gezicht, onder een enorme (wolken) hemel die tweederde van het doek in beslag nam. De mens is bij hun een nietig wezen, een voorbijgaande schim onder een enorm uitspansel. Als dat geen Romantiek is? De beroemde Caspar David Friedrich deed in Duitsland hetzelfde: mensen ruggelings afbeelden te midden van een overweldigende natuur, bij hem al dan niet met een kasteel, kloosterruïne, kerkhof in de buurt.
Over ‘gewone mensen’ gesproken, het bijzondere is natuurlijk dat er nogal wat mensen zijn die anno 2025 nog steeds, helemaal in lijn met Koekkoek en Schelfhout, thuis druk in de weer zijn met het schilderen van winterlandschapjes. Met schaatsers, besneeuwde molens, koek-en-zopie tentjes. Maar ook professionele, aan kunstacademies opgeleide kunstenaars ‘bezondigen’ zich hieraan. Vaak verkopen ze hun winterschilderijen onder een valse naam om hun ‘goede naam’ niet te bezoedelen.
In die zin kun je zeggen dat deze kunstvorm ware ‘volkskunst’ is die al eeuwen voortleeft. Die zelfs aanhaakt bij de 16e eeuw, toen Pieter Brueghel in 1565 het eerste winterlandschap schilderde op paneel. Met daarop, heel revolutionair voor die tijd, ‘gewone mensen’.
De winterlandschappen verbinden ons dus in tijd en ruimte met elkaar. En dat is geen overbodige luxe in een samenleving waarin sprake is van een ongezonde waardering voor ego en individu, en waarin een maatschappelijke tweedeling de onderlinge samenhang bedreigt.
Naschrift:
De afgebeelde schilderijen zijn van een amateurschilder (Rademakers) die een werk van de 19e eeuwse kunstenaar Nicolaas Johannes Roosenboom kopieerde. Links het werk van Rademakers, rechts dat van Roosenboom, die zelf het vak leerde van zijn schoonvader, de meester-schilder Schelfhout.