
De winter van 1859 was niet opzienbarend koud. Het was, wat je noemt, een ‘normale’ winter. Toch vonden er, juist in die winter, twee spectaculaire gebeurtenissen plaats die een enorme betekenis hadden voor onze kijk op het leven. In een Parijs laboratorium bewees Louis Pasteur, met een experiment, dat ‘het leven’ niet zo maar spontaan ontstaat uit het niets (wat daarvoor nog een gangbare opvatting was), maar dat levende organismen voortkomen uit andere levende organismen. Als klap op de vuurpijl verscheen diezelfde winter ‘On the Origin of Species by Means of Natural Selection’, waarin Darwin zijn evolutietheorie ontvouwde en de ontwikkeling van de mensheid in lijn plaatste met die van andere levende wezens op aarde.
Waarschijnlijk was landschapschilder Cölestin Brügner (1824-1887) onwetend van deze wetenschappelijke doorbraken, toen hij dit schilderij in de winter van 1859 maakte. Wat hij, als Berlijnse kunstenaar ongetwijfeld wel meekreeg was de geboorte van de Pruisische kroonprins, de latere Kaiser Wilhelm II. Dit kind, dat op 27 januari 1859 in de Pruisische hoofdstad ter wereld kwam, zou vele jaren later medeverantwoordelijk zijn voor het verlies van ontelbaar veel mensenlevens. In die zin was 1859 een rampjaar voor de mensheid.
Ook dat kon Brügner, toen hij die winter ijverig in de weer was om dit romantische kunstwerk te vervaardigen, uiteraard niet voorzien. Zijn stemmige schilderijen belandden halverwege de 19e eeuw in menig gutbürgerlich huis in Duitsland. Ze deden een appèl op gevoelens van Wehmut en Sehnsucht en straalden tegelijkertijd een behaaglijke Gemütlichkeit uit, gevoelens die eigen waren aan wat men de Biedermeier-tijd noemt. Zelfs toen na 1860 de Romantiek steeds meer uit de mode raakte, bleven zijn kunstwerken bij een groot publiek populair. Dat kwam omdat Cölestin Brügner met zijn schilderijen de Romantiek ‘democratiseerde’. De absolute Grootvorst van de Duitse Romantiek, de schilder Caspar David Friedrich, had de Romantiek in hoogste kringen Salonfähig gemaakt. Cölestin Brügner maakte de kunststroming, in het kielzog van Caspar David Friedrich, Wohnzimmerfähig.
Het was dus niet vreemd dat over het hele land in de dagbladen melding werd gemaakt van zijn heengaan in 1887. Zo meldde een Hamburgs dagblad: “De vooral bij oudere Berlijners bekende landschapschilder Cölestin Brügner is donderdag, na een korte lijdensweg, in Charlottenburg overleden. De overledene was een schilder ‘von glücklicher Begabung’ en zijn landschapsschilderijen, die een gewillige schare van afnemers vonden, zijn over de hele wereld verspreid.”
Die mondiale verspreiding is inderdaad een feit. Merkwaardigerwijs duiken de meeste schilderijen van zijn hand op in Japan. Maar dat terzijde. Terug naar Cölestin Brügner van wie we weten dat hij aan de ‘Berliner Akademie’ studeerde en daar ook veelvuldig tentoonstellingen van zijn schilderijen organiseerde. Van hem zijn vooral veel kleine schilderijen bekend, grote werken van zijn hand zijn zeldzaam. Het hier afgebeelde kunstwerk is zo’n groot schilderij en heet ‘Besneeuwd winterlandschap met houtsprokkelaars’. Het is in de stijl van de ‘Hollandse School’ geschilderd, alhoewel de robuuste huizen en vooral de rotsachtige bodem op de voorgrond wat uit de toon vallen. Maar juist die elementen maakten zijn schilderijen wellicht geschikt voor Duitse huiskamers. Rotsblokken komen in dit land immers hoogfrequent voor, meer dan in het vlakke Holland in ieder geval.