
Hij was amper binnen of hij had zijn mening al klaar. “Ik heb niks met al dat gepriegel”, zei hij toen hij mijn winterschilderijen aan de muur zag hangen. De schaatsers, de koek-en-zopie tentjes, ingevroren scheepjes, windmolens en zelfs de besneeuwde knotwilgen langs de waterkant… alles irriteerde hem.
Meer nog dan zijn afkeurende woorden, spraken zijn gezichtsuitdrukking en vooral zijn ogen boekdelen. Over ogen gesproken…. Ik had het even het gevoel, dat ‘het Boze Oog’ was komen kijken.
En inderdaad, als je met het Boze Oog naar bijvoorbeeld dit schilderijtje kijkt, vallen je gelijk talrijke onvolkomenheden op. Je kunt je naar hartelust ergeren aan de popperige, naïeve manier waarop de schilder de mensen heeft afgebeeld. Ze zijn ronduit houterig neergezet en uit balans. Ook de wolkenpartijen overtuigen niet en dat geldt eveneens voor de boot op de voorgrond die, op de een of andere manier, meer op een aangespoelde (kleine) walvis lijkt. Ook de her en der verspreide ijsblokken, die feitelijk doorzichtig moeten zijn, ogen eerder als massieve rotsblokken…
Je kunt er ook op een andere manier naar kijken. Stel je voor dat je het werk van de schilder ‘welwillend’ aanschouwt? Vanuit genegenheid dus, mild en zachtaardig. Dan springen gelijk andere dingen in het oog. Zo is het totaalbeeld van het schilderij, en dan vooral het kleurgebruik en de manier waarop licht en donker zijn weergegeven, ronduit fraai. Dat geldt niet alleen voor het schilderij in zijn geheel, maar ook voor de manier waarop de huizen rechts, in bijzonder mooie kleurschakeringen zijn afgebeeld. Zo goed, dat het schilderij je in verwarring brengt en de vraag doet rijzen of je werkelijk met het werk van een amateur, of toch misschien van een echte professional, van doen hebt.
“Beauty is in the eyes of the beholder”, schreef de Engelse auteur Margaret Ruthe Hungerford in de 19e eeuw, geheel in lijn met eerdere, daarop lijkende uitspraken van Plato, William Shakespeare en David Hume. En, niet onbelangrijk, ook nog eens in lijn met de inzichten die later, in de 20ste eeuw, verwoord zouden worden in de moderne quantum mechanica. De manier waarop je kijkt, bepaalt in hoge mate wat je ziet.
Je hoeft niet alles mooi te vinden, dat niet, maar door welwillend rond te lopen in het leven, geef je de wereld misschien ietsje meer glans. En je doet wonderen.